Bij Ministerieel Besluit van 16.05.46 uitgevaardigd door Achiel ‘charbon’ Van Acker werden de posttarieven met 10% verminderd.
Elke postmeester kreeg opdracht om, op eigen initiatief, op de postzegels een opdruk ‘- 10 %’ aan te brengen en dit voor de opening van de loketten op maandag 20.05.46.
Het daarvoor nodige materiaal moest in de lokale handel worden aangekocht.
Datzelfde M.B. bepaalde welke postzegels en postkaarten mochten worden overdrukt :
- postzegels van 1,50 fr, 2 fr, 5 fr.
- ‘enkele’ postkaarten van 0,75 fr en 2 fr
- ‘dubbele postkaarten van 1,50 fr en 4 fr.
De 1,50 fr, 2 fr en 5 fr mochten dus, naast Leo met V, ook de types Poortman, Leo zonder V, Leeuw V en Lion V omvatten. Maar de meeste kantoren hadden die niet meer in voorraad, of maar zeer beperkt.
Dienstnota 21 van 21 mei 46 liet ook toe het ‘Internationaal Antwoordbewijs’ te overdrukken.
Dienstnota 24 van 11 juni 46 bepaalde uitdrukkelijk dat alleen de bovenvermelde waarden voor het frankeren van zendingen mochten worden gebruikt.
Dienstnota 32 van 6 augustus 46 liet toe dat het publiek postzegels, gekocht voor 20.5.46 alsnog kon laten overstempelen met –10%, met terugbetaling van het verschil. Er moesten minstens 20 zegels worden aangeboden, samen met een ontvangstborderel, dat door het kantoor bewaard werd.
Ook de postzegels, nodig voor de bijfrankering van de postkaarten moesten worden voorzien van een –10%, maar deze werden niet afzonderlijk verkocht. ( Uitzonderingen zijn vermeld )